Nieuw 2024 | Prijs €309.00 | Onze prijs €277.95
Minitrix 16254 - DB, diesellocomotief BR 215 (N|DCC sound)
OverzichtDe DB in de jaren tachtig: De Allgäu-Zollern-spoorweg
De jaren zeventig en tachtig zijn een kleurrijk tijdperk: op de Duitse Bundesbahn en natuurlijk op de Minitrix modelspoorbaan. In die tijd waren nieuwe kleuren en ongewone ontwerpen bedoeld om de rails een frisse wind te geven - en niet alleen voor langeafstandsverkeer. In het zuiden van Duitsland schreef de "Allgäu-Zoller Bahn" spoorweg- en transportgeschiedenis die weer tot leven kan worden gebracht met nieuwe Minitrix-modellen op je modelbaan thuis of in een vitrine. Rond 1976 wilde de DB de Württembergse Allgäuerbahn Aulendorf - Kisslegg opgeven en ook de Zollerbahn Tübingen - Sigmaringen (- Aulendorf) stond op proef. De twee regio's zagen al snel de waarde van hun spoorlijn in en bedachten in samenwerking met de DB een concept om deze routes aantrekkelijker te maken. Bij gebrek aan nieuwe locomotieven en rijtuigen was het plan om beproefde maar al relatief oude "verbouwingsrijtuigen" (type yg) te gebruiken met groene strepen, "Allgäu-Zollern-Bahn" ("Allgäu-Zoller Lijn") in grote letters en met de wapenschilden van de gemeenten en steden op de twee lijnen. Deze treinen hadden meestal diesellocomotieven van de serie 215 als aandrijving. Hoewel er geen grote toename in comfort was, drong de verbinding door tot het bewustzijn van de bevolking en werd de opheffing afgewend.
Voorbeeld: Diesellocomotief voor de Deutsche Bundesbahn (DB), bedrijfsnummer 215 064-7, zoals hij er rond 1985 uitzag. Dieselhydraulische locomotief met stoomverwarmingsgenerator.
Highlights
Apart gemonteerde handrails.
Cabineverlichting.
Digitaal geluid met veel functies.
Model: De locomotief heeft een ingebouwde digitale decoder en een rookunit voor gebruik met mfx en DCC. Motor met vliegwiel. 4 assen aangedreven. Antislipbanden. Frontsein en sluitseinen wisselen met de rijrichting. Verlichting met warmwitte LED's, cabineverlichting digitaal schakelbaar. Mechaniek voor kortkoppeling. Frontsein en sluitseinen analoog met de rijrichting wisselend. Gemonteerde handrails. Lengte over buffers 102 mm.
Grootbedrijf
De diesellocomotief serie 215/225 Vanaf het midden van de jaren zestig leidde de geleidelijke uitdienstneming van stoomlocomotieven tot een toenemende vraag naar krachtige diesellocomotieven. Deze moesten met hogere snelheden kunnen rijden en de overstap naar elektrische treinverwarming mogelijk maken. MAN had net een krachtigere motor met 2.500 pk ontwikkeld, maar deze was nog niet voldoende getest. Er was ook nog niet genoeg ervaring met elektrische treinverwarming op diesellocomotieven. De serie V 168 (vanaf 1968: 215) werd bedacht als tussenoplossing om in de dringende behoefte aan locomotieven te voorzien. Dit was een met ongeveer 400 mm verlengde versie van de V 168, die toen de optionele installatie van verschillende krachtige motoren mogelijk moest maken. De stoomverwarming met verwarmingsketels in dampverwarmingsuitvoering bleef voorlopig behouden, maar het moest mogelijk zijn om de locomotieven om te bouwen naar elektrische verwarming. In 1968 leverde Krupp tien preproductie-eenheden met de bedrijfsnummers 215 001-010. Ze dienden als proefbank voor de nieuwe 2.500 pk motor van MAN. Met de installatie van hydrodynamische remmen werd de maximumsnelheid op wegnummer 215 005-010 verhoogd tot 140 km/u. Tussen 1969 en 1971 volgden honderdveertig reguliere productie-eenheden van de 215-klasse. Met uitzondering van de 215 071-093 en de laatste 20 exemplaren waren alle locomotieven uitgerust met de betrouwbare 1.900 pk motor. De uitzonderingen hadden een verbeterde 2.500 pk motor. Ulm was vanaf het begin een belangrijke basis voor de serie 215. In 1973 was dit spoorwegknooppunt in Opper-Zwaben de thuisbasis voor 62 van de 150 machines. De 2.500 pk sterke locomotieven met hoge aantallen vonden vanaf 1988 een nieuwe thuisbasis in Oberhausen-Osterfeld, waar ze de tweemotorige 221-eenheden in het zware goederenverkeer moesten vervangen. Vanaf 2001 was de serie 215 er echt aan voor de moeite. Halverwege 2003 werden zevenenzestig eenheden verkocht aan DB Cargo en ze werden aangeduid als de serie 225. In de regel was de stoomverwarming niet meer nodig en werd deze vervangen door een warmhoudsysteem. Door het op de markt brengen van krachtigere eenheden van de serie 218 werd het voortbestaan van de serie 215 echter nog moeilijker en deze laatste klasse verdween steeds meer van de rails. Eind 2015 zullen de laatste eenheden uit dienst zijn genomen. De laatste reguliere dienst voor de serie 215 eindigde bij DB Regio Hessen in april 2003. Ongepland gebruik vond nog plaats voor een paar maanden daarna bij DB Regio Rheinland, en toen waren ze weg. In juni 2003 kocht DB Autozug (Autotrein) 16 locomotieven van de serie 215 van DB Regio, waaronder de laatste operationele eenheden. Veertien eenheden werden omgebouwd zoals de serie 225 en werden aangeduid als de serie 215.9. Tot hun buitendienststelling in 2008 reden ze de "Sylt Shuttle" autotreinen als dubbele m.u.-combinaties tussen Niebüll en Westerland op het eiland Sylt. De "oude" serie 215 was daarmee vanaf midden 2003 verleden tijd.
Specificatie | Omschrijving |
---|---|
Fabrikant | Minitrix |
Artikelgroep | Locomotief |
Schaal | N (1:160) |
Stroomsysteem | DC (=) |
Systeem | Digitaal sound |
Spoorwegmaatschappij | DB |
Tijdperk | 4 |
Lengte over buffers | 102 mm |
Minimale boogstraal | 192 mm |
Decoder | Ingebouwd, DCC/MFX met sound |
Koppeling | NEM 355 schacht met kk mechaniek |
Lichtwissel | LED, 3xwit/2x rood, digitaal schakelbaar |
Leeftijd aanbeveling | vanaf 14 jaar |