MHI model
Minitrix 16345 - DB, elektrische locomotief BR 103.1 (N|DCC sound)
OverzichtVoor het vanaf 1971 geplande InterCity-verkeer (IC 71), werd in 1969 de serieproductie van serie 103 gestart, maar met een nieuw bestek: De treinbelasting van TEE- en IC-treinen met een snelheid van 200 km/u stijgen van 300 naar 480 ton en 800 ton zware D-treinen moeten met een snelheid van 160 km/u nog vervoerd kunnen worden. De 145 serielocomotieven, die nu serie 103.1 werden aangeduid, genereerden maar liefst 25,3% meer vermogen dan het prototype. Een vermogen van in totaal maar liefst 7.440 kW of 10.116 pk. Na de levering tussen 1970 en 1974 namen de locs uit serie 103.1 meteen de nieuwe IC-treinen en natuurlijk ook de prestigieuze TEE over, die nu gedeeltelijk zelfs in het nieuwe IC-netwerk waren geïntegreerd. Pas na meer dan dertig jaar gebruik in het zware, hoogwaardige reizigersverkeer met fantastische kilometerprestaties reden de serielocomotieven in december 2002 hun laatst geplande ritten.
Voorbeeld: Elektrische locomotief 103 237-4 van de Deutsche Bundesbahn (DB) zoals in gebruik rond 1985. Basiskleurstelling in purperrood/ivoor. Asvolgorde Co'Co', bouwjaar vanaf 1970.
Highlights
- Technische variant
- Behuizing van met metaal gevulde kunststof
- Digitaal op en neer beweegbare stroomafnemer
- Digital Sound met veel functies
- Verlichting met warmwitte ledlampjes
Model: Behuizing van met metaal gevulde kunststof voor optimale trekkracht. Ingebouwde digitale decoder en geluidsgenerator voor gebruik met mfx en DCC. Motor met vliegwiel, 4 aangedreven assen, antislipbanden. Dakstroomafnemer digitaal op en neer beweegbaar. Frontsein en staartlicht met de rijrichting wisselend, met warmwitte ledlampjes, cabineverlichting, machineruimteverlichting, digitaal schakelbaar. Kortkoppelingsmechaniek. Gemonteerde handgrepen.
Met de rijrichting wisselend frontsein, analoog in bedrijf.
Jubileumlogo "150 Jahre Deutsche Eisenbahnen" als sticker meegeleverd.
Lengte over de buffers 126 mm.
Eenmalige serie.
Grootbedrijf
Aan het eind van de jaren ‘70 was inmiddels gebleken dat het toentertijd 3.115 km omvattende, uitsluitend 1e klas IC-netwerk met zijn stopplaatsen ook voor een groot deel van het 2e klas langeafstandsverkeer kon worden gebruikt. Daarom besloot de DB om onder het motto "Elk uur - elke klasse: de IC 79" bij de aanvang van de zomerdienstregeling op 27 mei 1979 op alle toentertijd vier IC-lijnen een uurregeling voor treinen met gemengde klassen in te voeren. Alle knooppunten bleven daarbij behouden. Gesloten treinen was het nieuwe toverwoord en zo reden alle IC-treinen met gesloten 1e en 2e klas rijtuigen, gescheiden door een restauratie- of Quick Pick-wagen. Puur toevallig waren de tracés van de bereden lijnen ook zo aangelegd dat er in de knooppuntstations telkens dezelfde rijtuigklassen tegenover elkaar stonden. Net zoals voorheen kon op een andere lijn worden overgestapt, waarbij vooral de nog altijd relatief slecht renderende lijn 4, ten noorden van Hannover, baat had. Verder reden de IC-treinen ook buiten het basisspoornetwerk en werden op de zogenoemde 'aan- of afvoertrajecten' de steden Aken, Amsterdam, Berchtesgaden, Braunschweig, Bremerhaven, Brussel, Garmisch-Partenkirchen, Genève, Innsbruck, Kassel, Klagenfurt, Kiel, Ludwigshafen, Milaan, Regensburg, Saarbrücken, Westerland en Wenen door de IC aangedaan. Op de vier lijnen van het oorspronkelijke netwerk reden nu 152 treinen, die doorgaans uit drie rijtuigen 1e klas, een restauratierijtuig en zeven rijtuigen 2e klas bestonden. Zo nodig konden deze treinstellen, met een gewicht van 500 ton, met nog een rijtuig worden uitgebreid. Het gros van de IC-treinen werd getrokken door de beschikbare 144 locs uit serie 103.1. Bij sommige treinen moesten echter machines uit de series 110, 111 en 112 bijspringen. Het beste van dit nieuwe systeem was echter de invoering van de werkelijk tot op de minuut nauwkeurige dienstregeling. De reiziger kon er nu absoluut op vertrouwen dat de IC-treinen elk uur op dezelfde minuut vertrokken. Zo legde de DB, met dit uitgebreide en punctuele IC-systeem, de basis voor het nieuwe langeafstandsreizen via het spoor. Het nieuwe, laagdrempelige aanbod was beslist een grote stap vooruit ten opzichte van de traditionele D-trein. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het concept van de "IC 79" al heel snel een uitstekende reputatie had en door de reizigers zeer positief werd ontvangen. Door de betrouwbaarheid en de frequentie van de verbindingen en een beslist gemakkelijk te onthouden dienstregeling verwierf het langeafstandsverkeer van de DB nu wereldwijd faam en een uitstekende positie. In de jaren daarna bleef het "IC 79"-systeem nagenoeg ongewijzigd en het aantal treinen min of meer constant. Tot de invoering van "IC 85" was dit aantal licht gegroeid, tot 162.
Specificatie | Omschrijving |
---|---|
Fabrikant | Minitrix |
Artikelgroep | Locomotief |
Schaal | N (1:160) |
Stroomsysteem | DC (=) |
Systeem | Digitaal sound |
Spoorwegmaatschappij | DB |
Tijdperk | 4 |
Lengte over buffers | 126 mm |
Minimale boogstraal | 192 mm |
Digitale interface | - |
Decoder | Ingebouwd, DCC/MFX met sound |
Koppeling | NEM 362 schacht + kortkoppel mechaniek |
Lichtwissel | LED, 3xwit/2x rood, digitaal schakelbaar |
Bijzonderheden | Digitaal beweegbare pantografen |
(Binnen)verlichting | |
Leeftijd aanbeveling | vanaf 14 jaar |